Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Sluizen in Amsterdam

betekenis & definitie

De verbinding tussen het water van de Zwanenburgwal en de Oude Schans wordt gevormd door de St.-Antoniessluis (St.-Antoniesbreestraat ong.; brug 287) uit circa 1550. Op de sluis staat een voorm. sluiswachterswoning uit 1695.

Via de Eenhoornsluis in de Korte Prinsengracht (Haarlemmerstraat ong.; brug 313), een gecombineerde schut- en spuisluis uit circa 1615, konden vrachtschepen vanaf het IJ naar de pakhuizen aan de Prinsengracht varen. De Haarlemmersluis bij het Singel (Haarlemmerstraat ong.; brug 14) kwam in 1681 tot stand ter vervanging van een duiker uit 1601 en kon kleine vrachtboten vanaf het IJ doorlaten.

Ook de 17de-eeuwse Rapenburgersluis tussen Nieuwe Herengracht en Schippersgracht (bij brug 278) vormde een verbinding tussen de grachten en het IJ en was begin 19de eeuw de enige toegang tot het Entrepotdok.De Amstelsluizen (Amstel tegenover Carré) werden in 1673 naar plannen van Johannes Hudde aangelegd om het water in de grachten te verversen en te reguleren. Het in de huidige vorm uit circa 1820 daterende complex bestaat uit drie enkelkerende schutsluizen met aan weerszijden een dubbele spuisluis. De middensluis heeft twee vaargeulen en een toldeur. Op de sluis staan een douanehuisje en twee kleine sluiswachtershuisjes (circa 1840). De bediening van de sluisdeuren gebeurde lange tijd met de nog aanwezige kaapstanders (windassen). De Entrepotdoksluis (Hoogte Kadijk ong.) werd rond 1840 aangelegd naar plannen van de Dienst Publieke Werken bij de uitbreiding van het Entrepotdok. Over de sluis ligt aan de zijde van het Entrepotdok een welijzeren draaibrug uit 1903 (brug 327) en aan de zijde van de Hoogte Kadijk een ijzeren ophaalbrug uit 1906 (brug 80) gebouwd door de Ned. fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel ‘Amsterdam’ (elektrische beweeginrichting uit 1911).

< >