Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 30-05-2017

De N.V. Koninklijke Pellerij Mercurius in Wormer

betekenis & definitie

Voorheen Gortpellerij van de Gebr. A. en J.A. Laan, is een tussen 1893 en 1921 tot stand gekomen gebouwencomplex langs de Zaan. Het voorm. graanpakhuis Donau (Veerdijk 37), een diep vierlaags pand met zadeldak, werd in 1894 naar ontwerp van de gebr. Gorter gebouwd als uitbreiding van de in 1893 gestichte stoomgortpellerij.

De knik in de voorgevel is het gevolg van de loop van het toenmalige dijktracé. Het voorm. graanpakhuis Koningsbergen (Veerdijk 36), een drielaags bakstenen pand met afgeplat zadeldak, werd in 1897-'98 gebouwd door aannemerarchitect D. Stam. Links van het pakhuis Donau en in dezelfde stijl verrees in 1905 het vijflaagse graanpakhuis Silo/Oslo (Veerdijk 38), met zeslaagse lostoren, naar plannen van de gebr. Gorter. Hierachter kwam in 1912 de ruim 36 meter hoge voorm. graansilo (Mercuriusweg 1) tot stand, sinds 1962 genaamd ‘Lassie’ en nu een silo voor onbewerkte rijst. Dit functionalistische gebouw werd in gewapend beton uitgevoerd door de firma F.J. Stulemeijer & Co.; bij de constructie was mogelijk J.G. Wiebenga betrokken.

In een tweede linie achter de direct aan de Zaan gelegen pakhuizen Koningsbergen en Donau ligt een ensemble van vier rechthoekige, wit gepleisterde, blokken met de stoomgortpellerij (1893), de gerstpellerij (1900-'01), het gebouw voor gerstreiniging (1906; nu technische dienst), de gerstsilo (1908) en de havermoutfabriek (1910-'11; nu kokerij). Met uitzondering van de gerstsilo zijn deze gebouwen alle ontworpen en gebouwd door de gebr. Gorter. Het voorm. fabriekspand Mercurius (Veerdijk 32), uit 1919-'21 naar ontwerp van M.J. Stam, heeft een constructie met betonnen paddenstoelvloeren. De vlakke vloeren lopen door in de laadbalkons. Het gewapend beton is op decoratieve wijze in de architectuur van het pand verwerkt in combinatie met expressionistische elementen. Het gebouw was bestemd voor opslag, graanverwerking en schaft- en kleedlokalen en dient sinds de restauratie in 1995-'97 (J. Boot) onder meer als provinciaal archeologisch depot.