Woonhuizen. In Sittard staan enkele in de kern laat-16de- en vroeg-17de-eeuwse vakwerkhuizen met uitkragende verdieping, te weten het dwarse huis Gruizenstraat 7-9, met het jaartal 1593 op een bovendorpel, het in 1971-'72 reconstruerend gerestaureerde diepe hoekpand Markt 20 (circa 1600) met versterkingskruisen en puntgevel, en Limbrichterstraat 16 met versterkingskruisen en een moderne pui.
Het huis Ophoven 3-5 heeft een uitkragende vakwerkverdieping. Het huidige huis Kloosterplein 6 was de binnen de immuniteit gelegen 17de-eeuwse tiendschuur van het St.-Petruskapittel.
Van dit pakhuis met drie graanzolders boven elkaar is een deel na een brand in 1880 hersteld. Het Jacob Kritzraedthuis (Rosmolenstraat 2) is een onderkelderd diep drielaags huis met maniëristische in- en uitgezwenkte gevels en de jaartalankers ‘1620’.
De bouw begon in opdracht van Gerhard Kroeten en werd voltooid door zijn weduwe. In 1636 betrokken de jezuïeten het pand onder overste en historicus Jacobus Kritzraedt.
Bij de restauratie in 1960 heeft men de zijgevel aan de Rosmolenstraat vernieuwd en de huidige rondboogingang aangebracht. Het huis had vroeger zowel in de voorgevel (Plakstraat) als in de achtergevel een poortdoorgang.Laat-maniëristische elementen vertoont het diepe drielaags huis Helstraat 3 uit circa 1630. Een gezwenkte zijgevel bezit het wit geschilderde dwarse huis Helstraat 39-41 met de jaartalankers ‘1627’. Een kern uit circa 1635 heeft het later gepleisterde diepe huis Limbrichterstraat 14 met een kruis- en een tweelichtvenster van Naamse steen. In de gevel zijn drie gebeeldhouwde engelenhoofden en twee leeuwenkoppen aangebracht. De verdieping heeft 18de-eeuwse hardstenen segmentboogvensters.
Een 17de-eeuwse kern hebben verder de met jaartalankers gedateerde huizen Putstraat 23 (1680) en Putstraat 17 (1687). Voorbeelden van huizen met hardstenen vensteromlijstingen die in de kern uit de tweede helft van de 17de eeuw of de vroege 18de eeuw dateren, zijn het gepleisterde diepe huis Putstraat 22 (gewijzigd 1781) en het dwarse huis Putstraat 5-7. Een zijtrapgevel heeft het in de kern vroeg-18de-eeuwse dwarse drielaags huis Putstraat 29, waarvan de voorgevel in de tweede helft van de 18de eeuw is vernieuwd en voorzien van hardstenen vensters.
Het voorm. kapittelhuis Kapittelstraat 4 is een wit geschilderd huis uit de eerste helft van de 18de eeuw, oorspronkelijk bewoond door de scholaster van het St.-Petruskapittel. Ook het gepleisterde 18de-eeuwse hoekpand Kloosterplein 2 was een kapittelhuis. Voorbeelden van 18de-eeuwse huizen zijn verder het mogelijk van 1757 daterende drielaagse hoekpand Putstraat 1 met bakstenen pilasters, de wit geschilderde en gepleisterde hoekhuizen Om den Tol (Paardestraat 5) en Putstraat 4, en het diepe huis Helstraat 22-26 met de jaartalankers ‘1790’ en hardstenen vensteromlijstingen. Diepe huizen met een Maaslands dak uit de tweede helft van de 18de eeuw zijn Schtad Zitterd (Markt 25) en Markt 26. Gepleisterde lijstgevels met hardstenen segmentboogvensters uit de tweede helft van de 18de eeuw hebben Markt 22, Markt 23, Limbrichterstraat 53 (1770), Putstraat 19, Putstraat 31 en Limbrichterstraat 47.
Veel huizen in Sittard kregen in de tweede helft van de 19de eeuw een nieuwe gevel voor een oudere kern, bijvoorbeeld die voor de in de kern 18de-eeuwse dwarse huizen Limbrichterstraat 54 en 56. Karakteristiek zijn de eclectische lijstgevels, waarvan de vensters een gestukadoorde omlijsting met kuif hebben. Voorbeelden zijn de gepleisterde gevels van Overhoven erstraat 1, Brandstraat 29, Putstraat 57 en 89-91, Begijnenhofstraat 5-11, Limbrichterstraat 12, met geblokte pilasters, 20, 30-32, 68 en Limbrichterstraat 60 (1899) het voorm. ‘Hotel de la Poste’. Ook bakstenen gevels kregen vensteromlijstingen met kuiven, zoals te zien is bij het blokvormige drielaags herenhuis Paardestraat 31 (circa 1880), het huis Limbrichterstraat 35 (circa 1890) en het drielaags pand Putstraat 18, waar tussen 1820 en 1984 drukkerij Alberts was gevestigd.
Ook in de 20ste eeuw werden huizen in eclectische stijl gebouwd of gewijzigd zoals de L-vormige eenlaagspanden Ophoven 7-13 met een mogelijk 19de-eeuwse kern die in 1914 het huidige voorkomen met pleisterdecoratie kregen. Eclectische gevels met neorenaissance-elementen hebben de herenhuizen Rijksweg Zuid 10 (1908) en Kloosterplein 1 (1910). De laatste werd voor notaris Van Wessem gebouwd op de plaats van een kapittelhuis en is voorzien van zinken oeil-de-boeufs. Gepleisterde gevels uit circa 1900 waarin neoclassicistische elementen domineren zijn te zien bij Putstraat 30, Brandstraat 3 en het hoekpand Markt 17 (1899). Ook het in de kern laat-18de-eeuwse drielaags huis Markt 5 kreeg rond 1910 een gepleisterde gevel met neoclassicistische elementen.
De in 1893 gebouwde Villa Maria (Putstraat 63) vertoont neorenaissance-invloeden. De villa is in 1922-'23 aan de achterzijde uitgebreid. Andere voorbeelden van huizen met neorenaissance-elementen zijn Putstraat 65 (circa 1890), Putstraat 69 (circa 1900), Steenweg 21 (1905), Kapittelstraat 1 (1907) en Begijnenhofstraat 6 (1908). De twee laatste vertonen ook invloed van de jugendstil. Dat is ook het geval bij het drielaags huis Paardestraat 24, dat rond 1905 van de huidige decoratie is voorzien, en het pand Brandstraat 15 (circa 1905). Een latere jugendstilvariant is de rond 1915 gebouwde dubbele villa Rijksweg Zuid 31-35.
De rond 1915 opgetrokken gevel van Limbrichterstraat 38-40 vertoont art déco-elementen. Een opvallend complex is het vrijstaande herenhuis Voorstad 2, dat in 1905 in neogotische stijl werd gebouwd voor wijnhandelaar N. Rutten. Het in de kern 18de-eeuwse onderkelderde achterhuis is diverse keren ingrijpend verbouwd en uitgebreid. In de tuin liet Rutten in 1903-'04 een koetshuis (Parklaan 5), nu het huis ‘Casa Mia’ bouwen in de vorm van een middeleeuws kasteel voorzien van torens met kantelen en een toegangspoort. Het moest de verdwenen Limbrichterpoort in herinnering brengen.
Het rechter gedeelte kreeg het huidige aanzien bij een verbouwing in 1937 naar ontwerp van J. Wielders.
Vanaf de jaren twintig van de 20ste eeuw ontstonden er in Sittard diverse door de tuinstadgedachte beïnvloede woningcomplexen. Van het complex Overhovenerheide kwamen de arbeiderswoningen Heirstraat 67-91 in 1920 tot stand voor de woningvereniging Sittard naar ontwerp van J. Stuyt van Technisch Bureau ‘Ons Limburg’. Het complex groeide vanaf 1928 uit aan de St.-Petrusstraat (nrs. 2-60) en de St.-Paulusstraat (nrs. 2-32 en 1-35). De verschillende woningtypen zijn uitgevoerd met gepleisterde gedeelten of met een houten betimmering en diverse kapvormen. Van de woninggroep Stadbroek uit 1919-'20 resteren de door gemeente-architect Vroomans ontworpen tweelaags woningen St.-Josephstraat 13-107 en 20-166 en Tudderenderweg 76-168.
Op basis van een stratenplan van J. Wielders realiseerde men in 1921-'22 aan de rand van het stadspark de kleine middenstandswijk van het Julianaplein e.o. Architect N. Ramakers ontwierp en bouwde in eigen beheer de woningen rond het plein en verder Schuttestraat 2-18, Jubileumstraat 1-23 en Emmastraat 1-8. Deze tweelaags woningen met zakelijk-expressionistische vormen zijn voorzien van siermetselwerk en een fors dakoverstek. De in de omgeving gelegen woningen Agricolastraat 120-158 werden in 1924 in opdracht van de vereniging Woningzorg gebouwd in een iets eenvoudiger uitvoering.
Ramakers zelf betrok het voorm. woonhuis annex kantoor Jubileumstraat 1. Hij ontwierp verder de serie huizen Leyenbroekerweg 72-84 uit 1922. Voor de huisvesting van spoorwegpersoneel ontwikkelde de spoorwegcorporatie ‘Sittard Vooruit’ in 1921-'24 naar plannen van N.J. Tienen de woninggroep Limbrichterveld met de woningen Korenstraat 7-55, Akkerstraat 18-36 en Tunnelstraat 27-67. Deze in hoogte verschillende rijen eenlaagswoningen met schuin geplaatste hoekpanden zijn voorzien van topgevels en gepleisterde delen.
In de jaren twintig en dertig van de 20ste eeuw verrezen in Sittard veel villa's, bijvoorbeeld de blokvormige villa Klein Hemersbach (Parklaan 36) uit circa 1920 met ‘Um 1800’-details. Door J. van Beek ontworpen is de dubbele villa Vijverweg 1-2 uit 1922. Aan de voet van de oude stadswal, ter plaatse van het vroegere fort Picardis, liet H. van Doorn in 1924 het gepleisterde blokvormige herenhuis Op 't Fort (Dominicanenwal 1) bouwen naar een ontwerp met neoclassicistische elementen van J. Beurskens. Van de hand van J. Wielders zijn de plannen voor de door het traditionalisme beïnvloede ambtenarenwoningen Wilhelminastraat 30-36 (1916), de dubbele villa Parklaan 24-26 (1921) en de expressionistische villa's Parklaan 27 (1924-'25), gebouwd voor notaris J. van Wessem, en Parklaan 29 (1924-'25) voor Fr.
Klinkenbergh. Het in 1921 naar ontwerp van J. Martens voor de weduwe H. Vroemen-Bormans uitgevoerde herenhuis Begijnenhofstraat 23 (1921) toont een opmerkelijke combinatie van neoclassicistische en expressionistische vormen. Door H.J.W. Thunissen in een mengvorm van expressionisme en cottagestijl ontworpen is de villa Jubileumstraat 2 uit 1937.
Veel villa's en middenstandswoningen werden uitgevoerd in zakelijk-expressionistische stijl. Voorbeelden hiervan zijn de villa's Leyenbroekerweg 114 (1934; ontwerp L. Fiddelers), Parklaan 25 (1935; S.J. Dings), Kastanjelaan 6 (1936; J. Beurskens), Kastanjelaan 8 (1938; J. Schroders) en Kromstraat 28 (1940; L.
Fiddelers). Verder de vrijstaande huizen Odasingel 110 (1931; ontwerp J.L. Grubben) en Leyenbroekerweg 50 (circa 1935). Zakelijk-expressionistische ontwerpen van W. Schelberg zijn het dubbele hoekhuis Gouverneur van Hövellstraat 14-Beukenlaan 3 (1932), het dubbele huis Leyenbroekerweg 57-59 (1934), de twee identieke woningreeksen Geldersestraat 4-8 (1935-'36) en Rijksweg Noord 165-171 en het dubbele huis Leyenbroekerweg 46-48 (1939). Ook J.
Gärtner ontwierp zakelijk-expressionistische villa's, zoals L'Estate (Leyenbroekerweg 96), Vijverweg 10 en Leyenbroekerweg 94 (alle 1935) en uit 1936 Gouverneur van Hövellstraat 10-12 (1936). Van zijn hand zijn verder de drie wit gepleisterde functionalistische villa's Vijverweg 7-9, gebouwd in 1933 in opdracht van J.H. Paulson. Van deze villa's met geometrische vormen en platte daken zijn de buitenste villa's elkaars spiegelbeeld. Een ander voorbeeld van een functionalistische villa is Parklaan 15 (1933) naar ontwerp van J. Wielders.
De villa Leyenbroekerweg 36 werd in 1942 in traditionalistische vormen gebouwd naar plannen van H. Smit.