Gepubliceerd op 02-01-2020

Watermolens in Sittard

betekenis & definitie

Watermolens. In Sittard liggen verschillende oude watermolens.

De Stadbroekermolen of ‘Molen Roufs’ aan de Geleenbeek (Oudeweg 235), bestaande uit verschillende gebouwen rond een binnenplein, werd in 1582-'83 gebouwd als looi- en slijpmolen. In 1699 diende deze tevens als oliemolen en later ook als graanmolen.

Het molengebouw werd in 1861 uitgebreid. Aan het in oorsprong 17de-eeuwse molenaarshuis voegde men in 1871 een verdieping toe.

Verder zijn er een schuur (1847), een koestal (1849), een ketelhuis met schoorsteen voor een stoommachine (1864), graanopslagruimten en een woonhuis (1875). Het waterrad werd in 1907 door de huidige turbine vervangen.

Rond 1997 is de ruïneuze molen herbouwd en weer maalvaardig gemaakt. De Ophovenermolen aan de Molenbeek (Molenweg 56) wordt voor het eerst vermeld in 1406.

Deze middenslagmolen met tweelaags U-vormig molengebouw dateert van 1716 en heeft mogelijk een oudere kern. In 1798 werd de oliemolen omgebouwd tot korenmolen.

Het houten waterrad heeft men in 1908 vervangen door een ijzeren waterrad met gietijzeren gangwerk.

Het huis en de schuur met houtzagerij kwamen bij een herbouw in 1912 tot stand.

De molen is in 1976 en in 1998 gerestaureerd. De voorm. molen Hochstenbach aan de Molenbeek (Paardestraat 40) is een U-vormig complex waarvan de onderslagmolen in 1824 als oliemolen werd gebouwd en van 1854 tot 1891 als graanmolen heeft gefunctioneerd.

Waarschijnlijk dateert één van de schuren uit de vroege 19de eeuw (jaartalankers ‘181.’). Bij de bouw in 1854-'56 van het tweelaags woonhuis met poortdoorgang is de beek overkluisd.