Monumenten in Nederland: Gelderland

Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert en Marc Tenten (2000)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Volkswoningbouw in Zutphen

betekenis & definitie

Vanaf het midden van de 19de eeuw werden in gangen achter bestaande huizen eenkamerwoningen gebouwd, zoals nog zichtbaar is bij Laarstraat 118. Vroege voorbeelden van arbeiderswoningen zijn Walstraat 9-19 uit circa 1870.

In staat gesteld door het legaat van D. Evekink kon de in 1848 als Spaarkasvereniging ontstane ‘David Evekink's Stichting’ zich vanaf 1872 richten op de verbetering van woontoestanden.

Daartoe kocht ze slechte eenkamerwoningen op voor de sloop.Nog belangrijker was dat ze voor die tijd moderne arbeiderswoningen liet bouwen, zoals in 1873 de woningen David Evekinkstraat 1-28. Deze eenlaagse tweekamerwoningen hadden bedsteden en twee zolderkamers voor de kinderen. Het door J.A. Gerritsen ontworpen blok heeft centraal een neoclassicistisch ‘fronton’ met de naam van de stichting en het bouwjaar. In 1878 volgde een uitbreiding met de woningen Berkelsingel 20-36, waar in 1886 een bestuurskamer aan werd toegevoegd naar plannen van D. Lijsen.

Van diens hand zijn verder het in vergelijkbare neoclassicistische vormen opgetrokken blok Berkelsingel 42-52/Melatensteeg 54-78 (1880) en de blokken Tadamastraat 1-12/Tadamasingel 110-122 (1884) en Tadamasingel 68-108 (1896). In 1903-'04 liet de stichting naar plannen van de nieuwe vaste architect D.J. van Loo de burgerwoningen Warnsveldseweg 114-136 bouwen, met dwars daarop arbeiderswoningen aan de Roggestraat en de Peppelstraat. In 1925-'26 volgden twee blokken met ruimer opgezette arbeiderswoningen aan de Appelstraat en de Wilgenstraat. Inmiddels lieten ook andere woningbouwverenigingen zich niet onbetuigd, blijkens de door J.G. Wattjes voor ‘De Goede Woning’ ontworpen huizen Hemonystraat 22-50.