Monumenten in Nederland: Gelderland

Sabine Broekhoven, Chris Kolman, Ben Olde Meierink, Ronald Stenvert en Marc Tenten (2000)

Gepubliceerd op 02-01-2020

De (Herv.) Grote of St.-Maartenskerk in Zaltbommel

betekenis & definitie

De (Herv.) Grote of St.-Maartenskerk (Kerkplein 1) in Zaltbommel is een grote driebeukige basiliek met lager, vijfzijdig gesloten koor, driezijdig gesloten zijbeuken en een ingebouwde westtoren. De oudste kerk ter plaatse was een éénbeukige tufstenen kruiskerk met crypte uit het midden van de 11de eeuw.

Deze romaanse kerk verving men vóór 1303 door een eveneens grotendeels verdwenen kruisbasiliek. In 1303 werd de Maartenskerk tot kapittelkerk verheven. Het huidige koor, met aan de noordzijde een traptoren met ingesnoerde spits (de Varkenstoren), verrees in de tweede helft van de 14de eeuw op de onderbouw van de kerk van vóór 1303. De oostelijke traveeën van het huidige schip, het zuiden het noordportaal werden tussen 1430 en 1450 opgetrokken. Een stadsbrand beschadigde in 1462 het pas gebouwde schipgedeelte. Men herstelde de schade en vóór 1500 kwamen ook de drie meest westelijke schiptraveeën tot stand. Het grotendeels met tufsteen beklede schip is uitgevoerd in de vormen van de Nederrijnse gotiek en heeft opengewerkte borstweringen met pinakels.

Uit dezelfde tijd dateren de ten zuiden van de toren gelegen kapel (Van Rossumkoortje), de driezijdig gesloten Van Balverens- of Heilig Grafkapel en de (gepleisterde) consistorie. De voorm. doopkapel aan de noordzijde van de toren is midden-16de-eeuws. Het exterieur van de kerk is onder leiding van G.H. Kleinhout en A.J. van der Steur gerestaureerd in 1937-'43. De kerk is nog eens volledig gerestaureerd tussen 1977 en 1985, onder leiding van ir. T. van Hoogevest.

Het interieur wordt gedekt door kruisribgewelven (koor) en netgewelven (schip). Op de gewelven, muren en pijlers bevinden zich zowel florale als figurale schilderingen uit de 15de en de eerste helft van de 16de eeuw. Er zijn onder meer voorstellingen van Het Laatste Oordeel, de evangelisten, verschillende heiligen, engelen en de legende van de drie levenden en de drie doden. Tot de inventaris behoren onder meer een zandstenen doopvont (1554) met moderne voet, een doophek (1602-'03), drie houten tochtportalen (1612), drie eenvoudige 17de-eeuwse herenbanken, een preekstoel (1679) en een overhuifde herenbank (1679), de laatste twee vervaardigd door Dirck van Loon. Het magistraatsgestoelte of regeringsbank is waarschijnlijk in 1681 samengesteld uit delen van een vroeg-15de-eeuws gotisch koorgestoelte met gesneden heiligenfiguren en kreeg in 1736 een overhuiving. Het door A.

Wolfferts gebouwde orgel uit 1786 is al in 1796 door A.F.G. Heyneman gewijzigd en uitgebreid (gerestaureerd 1982-'86); de orgelkast in Lodewijk XVI-stijl is vervaardigd door J. Nieuwenhuyzen (1805-'06). Verder zijn er nog vele grafzerken, daterend uit de 15de tot en met de 18de eeuw, waaronder die van Wolter van Baexen (†1558) en diens vrouw Peter van Echteld (†1552), en het rouwbord van de familie De Virieu (1789). Bij de restauratie van 1977-'85 heeft men in het koor een zogeheten ‘koorkerk’ opgericht, uitgevoerd met glazen wanden en een verlaagd plafond.

De toren verrees in de tweede helft van de 15de eeuw in rijk gedetailleerde Nederrijns-gotische stijl. De grotendeels met tufsteen beklede toren heeft vier geledingen, overhoekse steunberen met pinakels, twee ronde traptorens en drie omgangen met opengewerkte borstweringen. De spits brandde in 1696 af en werd niet hersteld; de toren wordt bekroond door een lage vierkante top met tentdak. In 1908-'17 is de toren onder leiding van Jac. van Gils gerestaureerd. In de toren hangt een replica van de klok van Peter van Trier, Johan Philipsen en Willem Evers (1634) waarvan het beschadigde origineel staat opgesteld in het schip. In de zuidbeuk staat nog een door Jasper Moer gegoten klok (1533). Verder bevindt zich in de toren een klok van Franciscus de la Pax (1669) en een klok van Alexis Jullien (1698).