Gepubliceerd op 12-12-2017

Terroristische aanslagen in Madrid van 11 maart 2004

betekenis & definitie

De terroristische aanslagen in Madrid van 11 maart 2004 waren een aantal bomexplosies die plaatsvonden aan boord van vier forensentreinen van de RENFE in Madrid, in de ochtend van 11 maart 2004.

Op 31 oktober 2007 verklaarde de rechtbank in Madrid vier van de hoofdverdachten schuldig, waarbij twee of drie van hen voorwaardelijke celstraffen kregen van 40.000 jaar.

Ook werden zestien andere betrokkenen veroordeeld, onder wie vijf Spanjaarden die betrokken waren bij de diefstal van de explosieven uit een mijn in de Noord-Spaanse mijnstreek van Oviedo, handel en transport van de explosieven en verkoop aan een terroristische organisatie.

De aanslagen vonden plaats precies 30 maanden na de aanslagen van 11 september 2001, waarbij bijna 3000 mensen omkwamen, en 3 dagen voor de Spaanse parlementsverkiezingen.

Betrokkenheid van Al Qaida zou daarentegen negatief kunnen werken, omdat het een 'straf' zou kunnen zijn voor Spanjes betrokkenheid in Irak, waar de Spaanse regering tegen de wens van de meerderheid van de bevolking een belangrijke rol speelde.

Op 15 maart 2004 om 12.00 uur werd in de hele Europese Unie gehoor gegeven aan de oproep van de Ierse premier Bertie Ahern, die op dat moment voorzitter van de Europese Unie was, om drie minuten stil te zijn voor de slachtoffers.