Het bloedbad werd aangericht in het Arabisch-joodse Maxim-restaurant.
Hanadi Jaradat was een advocaat-stagiaire, en lid van de terroristische Islamitische Jihad. Het Maxim-restaurant lag aan het strand, nabij de zuidelijke ingang van Haifa.
Het is gezamenlijk eigendom van christelijke Arabieren en joden, allen Israëliërs, en stond bekend als een symbool van vreedzame co-existentie.
Drie waardigheidsbekleders van deze club raakten lichtgewond bij de aanslag.
Israël viel na de aanslag een kamp aan bij Damascus, waarvan men dacht dat het voor training van de Islamitische Jihad fungeerde.
Vijf leden van de familie Almog uit Haifa: Admiraal Ze'ev Almog, zijn echtgenote Ruth, hun zoon Moshe, en kleinzonen Tomer Almog, en Assaf Staier.
