Gepubliceerd op 12-12-2017

Den Aalshorst

betekenis & definitie

In de leenregisters van de bisschop van Utrecht komen zowel het erf zelf als de tiende erover vanaf het eind van de veertiende eeuw voor.

In 1720 liet Jacobus' kleinzoon, Jacob Vriesen, zoon van Diederik Vriesen, het spieker vervangen door het huidige huis en werden ook de beide bouwhuizen ter weerszijden van het voorplein gebouwd.

In 1807 werd de Aalshorst verkocht aan de Zwolse koopman Henricus Ignatius Christianus van Kempen die er in 1819 overleed.

In 1832 was de Aalshorst eigendom van Louis Rhijnvis Feith, zoon van Rhijnvis Feith.

Feith was getrouwd met Johanna Theodora baronesse van Dedem, afkomstig van de nabijgelegen havezate Den Berg.

Rond het huis zijn verscheidene elementen van de achttiende-eeuwse parkaanleg bewaard gebleven, zoals de grachten, en twee grand canals: beide liggen in de as van het huis, de een ervoor de ander erachter.