GT staat hierbij voor Gelenktriebwagen, het cijfer voor het aantal assen, en de letter voor de spoorwijdte.
Karakteristiek aan dit trammaterieel is het slingeren van de wagenbakken bij het in- en uitrijden van een boog.
Het belangrijkste verschil met de AEG-lagevloertram is het gebruik van compacte motoren in het wiel, zodat er geen apart geplaatste elektromotor met cardanas meer nodig is.
Typ R had te kampen met veel technische problemen, waardoor het de producent nooit gelukt is om het railvoertuig ook aan andere steden te verkopen.
Hierdoor wordt het slingeren van de wagenbakken bij het in- en uitrijden van de bogen beperkt.
Op het kleine tramnet in de Zweedse stad Norrköping doen sinds het einde van de jaren negentig vier tweedehands AEG-trams dienst.
