Gepubliceerd op 12-12-2017

Adriaan de Groot

betekenis & definitie

In 1932 begon De Groot met de studie wiskunde en natuurkunde aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam, tegenwoordig de Universiteit van Amsterdam.

In de zomer van 1934 volgde De Groot lessen op de Internationale School voor Wijsbegeerte in Amersfoort, onder andere bij de socioloog Karl Mannheim en de psychologen Alfred Adler, Karl Bühler en Carl Gustav Jung.

Zo analyseerde hij de tekortkomingen van het beoordelen op een lineaire schaal van 10 punten, de onbedoelde willekeur van de rapportvergadering waar wordt beslist over bevorderen en zittenblijven, en de onoplosbaar lijkende problemen met de lange studieduur en lage onderwijsrendementen.

Bij thuiskomst begon De Groot met de voorbereidingen voor de oprichting van een Nederlandse versie van het ETS. Zeven jaar later was de Stichting voor Onderzoek van het Onderwijs een feit.

De propedeuse werd gemoderniseerd, een studiepuntensysteem werd ingevoerd, tentamens werden afgenomen in de vorm van meerkeuzetoetsen en werden voorafgegaan door proeftentamens; de colleges van De Groot werden ondersteund met getypte samenvattingen.

Dit werk bouwde voort op inzichten uit de semantiek, en de significa of signifische beweging: de leer van de verstandhoudingsmiddelen was een specifiek Nederlandse vorm van wetenschapsbeoefening, waarin de grondlagen van de wiskunde en van de sociale wetenschappen centraal stonden.

< >