De aanslag in de Belgische stad Luik was een gebeurtenis die plaatsvond op 13 december 2011 om 12.34 uur toen een 33-jarige man een aantal granaten naar een bushalte op de Place Saint-Lambert wierp en met een automatisch geweer schoot.
Er vielen zes doden op het plein: twee tieners van vijftien en zeventien jaar, een peuter van 17 maanden, een vrouw van 75 jaar en een jongen van twintig die een week later in het ziekenhuis overleed.
Eerder op de dag had de dader nog een slachtoffer gemaakt: bij een huiszoeking in zijn woning werd in de garage het dode lichaam van een 49-jarige schoonmaakster aangetroffen.
Hij groeide op in de buurt van Brussel en later woonde hij daar met zijn verloofde, een thuisverpleegster.
Een dag na de aanslag werden bloemen gelegd op het plein en op 17 december ging een zogenaamde witte mars door Luik, ter nagedachtenis van de slachtoffers.
Op 14 december brachten ook kroonprins Filip en diens echtgenote Mathilde een bezoek aan de stad. Op 20 december 2011 vond er een stille herdenking plaats op de Place Saint-Lambert.