Een batterij is een element bestaande uit een of meer elektrochemische cellen voor het leveren van elektriciteit, die ontstaat door de omzetting van opgeslagen chemische energie in elektrische energie.
Historisch wordt een aantal parallel of in serie geschakelde elektrochemische cellen, Leidse flessen of condensatoren een 'batterij' genoemd, in de volksmond heeft ook een enkele cel de naam van het geheel overgenomen.
In een cel van een batterij worden via een chemische reactie aan de minpool elektronen vrijgemaakt, terwijl tegelijkertijd aan de pluspool via een andere chemische reactie elektronen worden gebonden.
De prijs is uiteraard een belangrijk kenmerk, maar vooral de verhouding tussen energie en prijs, uitgedrukt in Wh/EUR. Zelfontlading is een vervelende eigenschap van een accu, waardoor de elektrische lading langzaam verdwijnt, zonder dat de accu gebruikt wordt.
Dit is 5 Wh. Bij een typische prijs van 1 euro voor een penlite komt dit neer op een energieprijs van 20ct/Wh; vergelijk dit met de energieprijs van het elektricitietsnet: deze is typisch 20 ct/kWh, 1000 keer zo goedkoop dus!
Het is mogelijk om van een citroen of appel of aardappel en twee geleidende pinnen een zwakke batterij te maken, waarop bijvoorbeeld een lcd-klokje kan werken.