besmettelijke konijneziekte, veroorzaakt door een virus. Myxomatose kwam oorspronkelijk in Zuid-Amerika voor, waar zij vrij onschuldig is bij haar natuurlijke gastheer (de tapiti).
Het virus, dat wordt overgebracht door bijtende insekten, werd in 1952 in Europa (Frankrijk) geïntroduceerd als middel om konijnenplagen te bestrijden. De ziekte breidde zich snel uit en kwam ca. 1960 in Nederland. De eerste infectie van een konijnenpopulatie veroorzaakt een sterftepercentage van bijna 100 %. Bij herhaalde infectie van de populatie daalt dit cijfer. Hoewel de ziekte permanent aanwezig blijft, wordt de sterfte op den duur gering. Een eerste oorzaak daarvoor is het ontstaan van minder krachtige virusstammen uit de oorspronkelijke, zeer krachtige stam.
Konijnen die met een zwakkere stam bemet zijn, worden minder ziek. Zij hebben meer kans om de ziekte te overleven. Wel duurt de ziekte langer. Een besmet konijn heeft daardoor langer de gelegenheid andere konijnen te besmetten. De zwakkere virusstammen worden dus beter verspreid. Een tweede oorzaak is dat, als gevolg van natuurlijke selectie, een steeds groter deel van de konijnenpopulatie immuun wordt tegen de ziekte.