in 1963 tot stand gekomen wet die regels geeft op het gebied van kernenergie, radioactieve stoffen en ioniserende straling. Het vergunningenstelsel van deze wet speelt zich geheel op rijksniveau af.
De Kernenergiewet verbiedt:
1. splijtstoffen of ertsen te vervoeren, voorhanden te hebben of zich daarvan te ontdoen;
2. een inrichting waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt of splijtstoffen kunnen worden verwerkt, op te richten, in werking te hebben enz.;
3. radioactieve stoffen te bereiden, te vervoeren, voorhanden te hebben of zich daarvan te ontdoen.
Met het oog op o.a. de bescherming van mensen, dieren, planten en goederen kunnen aan de vergunningen voorschriften verbonden worden en bij AMvB voorschriften worden gegeven ten aanzien van toestellen die ioniserende stralen uitzenden. Dit is gebeurd in het Toestellenbesluit Kernenergiewet. Andere uitvoeringsbesluiten zijn het Besluit Kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen en het Radioactievestoffenbesluit Kernenergiewet.
De controle op de naleving van de Kernenergiewet berust bij verschillende rijksambtenaren, o.a. de regionale inspecteurs van de volksgezondheid.