schachtoven voor het vrijmaken van ijzer uit ijzererts. Bij voorkeur komen voor de ijzerfabricage in aanmerking de ijzeroxiden, b.v. roodijzersteen en de ijzercarbonaten.
Voor de verwerking van ijzererts worden afwisselend lagen ijzererts en cokes boven in de hoogoven gestort. Onder in de hoogoven wordt voorverwarmde lucht geblazen. Door de reactie van de cokes met de lucht ontstaat het gas koolmonoxide dat vervolgens het ijzeroxide reduceert tot ijzer. Onder in de hoogoven is de temperatuur hoger dan 1550 °C waardoor het ijzer daar vloeibaar is geworden. Onder uit de hoogoven wordt het ruwijzer vloeibaar afgetapt. Iets daarboven bevindt zich een laag vloeibaar silicaatachtige stof, zgn. hoogovenslak.
Deze slak wordt gebruikt voor de bereiding van hoogovencement. Door de bijmengsels in de ertsen ontstaan naast koolmonoxide en kooldioxide ook afvalgassen, zoals zwaveldioxide. Het overtollige hoogovengas dat ontstaat, bevat dus koolmonoxide dat in het bedrijf wordt gebruikt voor energie-opwekking. Hoogovens veroorzaken luchtverontreiniging in de vorm van zwaveldioxide en kooldioxide naast geringe hoeveelheden andere stoffen.
