Gepubliceerd op 01-12-2020

heidehaantje

betekenis & definitie

(heidekever), kever (Lochmea suturalis) die voorkomt op struikheide (Calluna vulgaris), zijn voedsel. De volwassen kever is ca. 6 mm lang en olijfkleurig.

Als in het voorjaar de dagtemperatuur boven 9 °C komt, worden de heidehaantjes actief en kruipen in de heidestruiken. Omstreeks half april, als de temperatuur boven 16 °C komt, gaan de kevers massaal vliegen. Deze vliegperiode duurt enige weken. In deze tijd vindt ook de paring plaats. Van mei-juli kan men de glanzendgele eitjes vinden op of in de strooisel- of moslaag, waar zij tegen uitdroging beschermd zijn. De larven komen voor van juni-eind aug., de poppen van eind juli-begin sept. Vanaf half aug. ziet men de eerste kevers van de nieuwe generatie.Plaag Het heidehaantje kan zich tot een plaag ontwikkelen op het noordelijk deel van de struikheidevegetaties (BRD, België, Denemarken, Groot-Brittannië); in Nederland zijn er plagen geweest in 1927, 1945, 1967, 1978, 1979 en 1980. Een plaag ontwikkelt zich vanuit een meestal beschut en ouder stuk heide. Zo’n plek valt op als zij aan het eind van de zomer bruin wordt, als gevolg van de vraat door de larven van het heidehaantje (ca. 500/m2). In het najaar ontpopt zich de nieuwe generatie kevers, die in een front aan de rand van de oude haard op zoek gaan naar voedsel. In dichtheden van wel 2000/m2 blijven zij daar overwinteren in de vochtige strooisellaag. Dit is een ideale situatie voor de enige natuurlijke vijand van het heidehaantje, de schimmel Beauveria bassiana.

Deze tast dan ook veel kevers aan. De dode kevers kan men als witte bolletjes aantreffen. In het voorjaar vertrekken de volwassen kevers tijdens de vliegperiode uit het aangetaste front en verspreiden zich over de nog niet aangetaste heide. Het afsterven van de struikheide op de aangetaste plaatsen maakt een einde aan de hoge plaagdichtheden. Grassen als bochtige smele (Deschampsia flexuosa) bezetten dan de plaatsen waar de heide is afgestorven.