in Nederland hulpmiddel om te beoordelen of een veehouderijbedrijf voor een Hinderwetvergunning in aanmerking komt. Afhankelijk van de vestigingsplaats worden vier categorieën onderscheiden.
1. Het bedrijf is gelegen
a. in de bebouwde kom;
b. in de directe omgeving van een ziekenhuis, sanatorium, camping e.d.
2. In de directe omgeving van het bedrijf bevinden zich
a. niet-agrarische lintbebouwing;
b. verspreid gelegen niet-agrarische bebouwingen, die aan het gebied een bepaalde woonfunctie verlenen; c. objecten voor dagrecreatie.
3. In de directe omgeving van het bedrijf bevindt zich één niet-agrarische woning.
4. In de directe omgeving zijn andere agrarische bedrijven gelegen.
Om in aanmerking te komen voor een Hinderwetvergunning moet het bedrijf ten opzichte van de genoemde objecten ten minste op een bepaalde afstand liggen, die uit de grafiek afgelezen kan worden. De vereiste afstand hangt verder af van de bedrijfsomvang, die wordt uitgedrukt in mestvarkenseenheden. Een mestvarken wordt gelijkgesteld met een mestkalf, 1,5 fokzeug, 15 legkippen met natte mestopslag, 60 legkippen met droge mestopslag, 100 mestkuikens of 60 opfokhennen. Voor rundveebedrijven wordt de afstandsgrafiek niet toegepast.
