Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Gepubliceerd op 28-11-2017

Ansgar

betekenis & definitie

Germaanse naam met ongeveer de betekenis '(door de) goden (beschermde) speer(strijder)'. Uit ans- 'god' (zie ans-) en -gar, -ger 'speer' (zie -ger-).

De vorm Ansgar komt in het Duits nog wel voor; de oude Westnederlandse vorm was Osger, blijkens de plaatsnaam Oe(g)stgeest, in de 9e eeuw: Osgeresgeest 'het stuk geestgrond van Osger'. Een heilige Ansgar werd geboren in 801 bij Corbie in Noord-Frankrijk. Hij trok later naar Westfalen en werd bestemd voor 'apostel van het noorden', dat wil zeggen de Scandinavische en Slavische volkeren. In 664 werd hij aartsbisschop van Bremen; gestorven in 865; kerkelijke feestdag: 3 februari.