Germaanse naam met ongeveer de betekenis 'machtig in de strijd, steeds vol inspanning strijdende'. Uit amal- (zie amel-) en -rik (zie -rik-).
Vgl. Amalfried, Amalia, Ame, Amel en Amelberga. Oorspronkelijk was Amelrik de naam van een vorst uit het Oostgotische koningsgeslacht.