transplantatie van kleine stukjes huid van de binnenkant van de bovenarm naar de neus, waar ze pas na het aangroeien van de arm worden losgemaakt en dan worden vastgenaaid. Deze zogenaamde ‘Italiaanse’ methode van rinoplastiek werd toegepast door de Bolognese chirurgijn Gaspare Tagliacozzi (1546—’99).
Tagliacozzi, een meester op het gebied van neus-, oor- en lipplastieken, zal niet om werk verlegen gezeten hebben. Het aanbod van door luetische gummata weggevreten neuzen, maar ook lippen en neuzen die door veelvuldige vechtpartijen en door barbaarse strafuitvoering verloren waren gegaan, was in zijn tijd dermate groot dat onze chirurgijn er een goede boterham aan overgehouden heeft.
In de vijftiende eeuw had de Siciliaanse familie Branca zich al op deze neusplastieken toegelegd; de methode hield ze echter geheim (Lindeboom, 1993). Door Tagliacozzi werd deze behandeling verbeterd, waarbij hij stukjes huid van de bovenarm gebruikte. In 1597 publiceerde hij zijn nieuwe methodiek: De cumrum chirurgie per insitionem (Lat. insitio = enting). Na zijn dood kreeg Tagliacozzi het verwijt dat zijn plastische chirurgie ‘inmenging in Gods werk’ was. Men ging zelfs zo ver dat zijn lijk van een gewijd kerkhof verwijderd is om ergens anders begraven te worden (Jetter). Door de oprichting van een standbeeld dat hem weergeeft met een neus in de hand, is hij later gerehabiliteerd.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk