Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Klebsiella

betekenis & definitie

[/i]een naar de Duitse bacterioloog Klebs genoemd bacteriëngeslacht van de klasse Escherichieae. Het zijn Gram-negatieve, plompe staafjes, zonder zweepdraden, met een groot kapsel. Men kent onder meer Klebsiella oxytoca, voorkomend bij pneumonie, urineweginfecties en sepsis; Klebsiella ozaenae, voorkomend bij ozaena en atrofische rhinitis; Klebsiella pneumoniae, voorkomend bij lobaire pneumonie (oude benaming bacil van Friedländer) en Klebsiella rhinoscleromatis, de verwekker van rinosderoom, een harde zwelling van de neushuid. Het rinoscleroomweefsel wordt gekenmerkt door de cellen van Mikulicz met vacuolen waarin rinoscleroombacteriën.

De in Koningsbergen geboren Theodor Albrecht Edwin Klebs (1834-1913) studeerde geneeskunde te Würzburg en Berlijn. In 1861 werd hij assistent van de bekende patholoog-anatoom Rudolf Virchow (1821-1902). Achtereenvolgens was hij hoogleraar in de pathologie te Bern (1866), Würzburg (1871), Praag (1873) en Zürich (1882). Later vestigde hij zich in de Amerikaanse staat Carolina als directeur van een particulier tuberculosesanatorium en in 1896 volgde een benoeming tot hoogleraar in Chicago. Vier jaar later keerde de rusteloze Klebs terug naar Europa, waar hij in Hannover, Berlijn, Lausanne en Bern werkte (Lindeboom, 1985).

Behalve de invoering van een vaste cultuurbodem voor bacteriën (1872) ontdekte Klebs in 1883 de difteriebacil (Corynebacterium diphteriae), een vondst die hij bekendmaakte op het Congres voor interne geneeskunde dat in hetzelfde jaar in Wiesbaden gehouden werd. Klebs kon echter het geduld niet opbrengen om zijn vondsten uit te werken en het was dan ook de Duitse bacterioloog Friedrich August Johannes Löffler (1852-1915) die de bacil in 1884 isoleerde. Naar beide bacteriologen noemt men het micro-organisme de bacil van Klebs-Löffler.