Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

ganglion van Ludwig

betekenis & definitie

een groep zenuwcellen in het atriale septum van het kikkerhart, genoemd naar zijn ontdekker, de Duitse anatoom-fysioloog Carl Friedrich Wilhelm Ludwig (18i6-’95).

Ludwig, geboren in Witzenhausen (Hessen), studeerde geneeskunde aan de universiteit van Marburg, waar hij in 1840 promoveerde. Op het anatomisch instituut te Marburg bekwaamde hij zich verder in de anatomie en de fysiologie. Na een zesjarig verblijf in Zürich vertrok hij in 1855 naar Wenen, waar hij aan de Josephs-Akademie fysiologische onderzoekingen deed. Na tien jaar werd hij in Leipzig tot hoofd van het fysiologisch laboratorium benoemd. Ludwig, volgens zijn vriend Emil du Bois-Reymond (1818-’96) ‘der “Fahnenträger” der physikalischen Physiologengruppen’, probeerde de levensverschijnselen causaal te verklaren door de in de natuur werkzame krachten en energieën, een opvatting die haaks stond op die der (neo)vitalisten. ‘Physiologie’, aldus Ludwig in de inleiding van zijn Lehrbuch der Physiologie (1852 en 1856), ‘ist Physik und Chemie der Lebensvorgänge, und der einzig erfolgversprechende Weg ist die Reduktion der komplexen Prozesse des Organismus auf physikalisch-chemische Zusammenhänge.’ (Dumesnil)

In zijn Marburgse tijd ontwikkelde Ludwig een theorie van de nierfunctie, waarbij hij de begrippen ‘filtratie’ en ‘terugresorptie’ invoerde (Beiträge zur Lehre vom Mechanismus der Harnsecretion, 1843). Vier jaar later introduceerde hij de kymograaf, een ‘golfschrijveri voor registratie van golfbewegingen, in het bijzonder arteriële drukveranderingen. Dit instrument stelde hem in staat de bloeddruk nauwkeurig te bestuderen. Zijn waarnemingen publiceerde hij in zijn Die physiologischen Leistungen des Blutdrucks (1865). Met de Russische fysioloog Iwan Michailowitsj Setchenow (1829-1905) construeerde hij een apparaat waarmee het zuurstof- en koolzuurgehalte van het bloed kan worden gemeten. Ludwigs laboratorium te Leipzig werd al spoedig het ‘Mekka van de fysiologen’ genoemd. Uit alle uithoeken van de wereld stroomden studenten naar dit instituut; de bekende Russische fysioloog Iwan Petrowitsj Pawlow (1849-1936) is wellicht een van Ludwigs bekendste leerlingen.

Over Ludwig, een van de grootste fysiologen uit de negentiende eeuw, doet de volgende anekdote de ronde: toen hij bij een kikvors het grootste gedeelte van de grote hersenen verwijderd had, sprong de kikker in het gezicht van een van de studenten. De schrikreactie van de student verwekte grote hilariteit. ‘U ziet, mijne heren,’ aldus Ludwig, “hoe weinig hersenen nodig zijn om een hele gehoorzaal aan het lachen te maken.1’

1 Ciba Symp. 7, 5, 235,1959