Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Fergusson-speculum

betekenis & definitie

een vaginaal speculum, genoemd naar de Schotse chirurg Sir William Fergusson (1808-’77).

Fergusson, zoon van de Landheer van Lochmaben, Dumfriesshire, een graafschap in het westen van Zuid-Schotland, studeerde geneeskunde in Edinburgh. Onder de bezielende leiding van Robert Knox (1791-1862), lector in de anatomie, werd de jonge Fergusson een zeer bekwaam ontleedkundige. Nog steeds kan men zijn fraaie anatomische preparaten in het Royal College of Surgeons in Edinburgh bewonderen. Toen hij 25 was, werd hij als chirurg in Edinburgh ingeschreven; zes jaar later volgde hij Robert Liston (1774-1847) op als chirurg aan de Royal Infirmary.

In 1840 vertrok hij naar Londen, waar hij een leeropdracht in de chirurgie aan het King’s College kreeg. Koningin Victoria benoemde hem in 1855 tot haar surgeon extraordinary.

Fergusson behoorde, met Benjamin Brodie (1783-1862) en James Paget (1814-’99), tot de begaafdste Londense chirurgen. Vooral zijn operaties bij gespleten gehemelte en hazelip boekten grote successen. Op het gebied van amputaties was hij door zijn verbazingwekkende snelheid nauwelijks te evenaren. ‘Supposing I had to have my leg amputated, who is the best man to do it?’ vroeg prins Albert, echtgenoot van koningin Victoria, eens aan een lid van de hofhouding. ‘Why, Fergusson, by all means1’ kreeg hij te horen. ‘Then he shall be my surgeon,’ antwoordde de prins-gemaal. (Hamilton Bailey) Fergusons operatiemethode bij blaasstenen was zeer opvallend en ging razendsnel.

De immens populaire Fergusson was niet alleen heelmeester en auteur van chirurgische en medischhistorische werken, maar eveneens een zeer bedreven timmerman en metaalbewerker. Zo bedacht hij veel nieuwe chirurgische instrumenten, waarvan verscheidene nog steeds in gebruik zijn. Zijn hobby’s waren vioolspelen, vissen en dansen. Schrijvers in de dop en studenten konden te allen tijde op zijn steun rekenen.

Zijn collega James Paget beschreef hem ‘as the great master of the surgical art, and the greatest practical surgeon of our time’ (Hamilton Bailey). Zijn faam als praktisch chirurg was ook onder leken zo groot, dat men iedere zieke Londenaar adviseerde: ‘You ought to go to Paget to find out what is the matter with you, and then go to Fergusson to have it removed.’ (Lyons)