Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

faradiseren, faradisatie

betekenis & definitie

toepassing van faradische stroom (1nductiestroom) ter prikkeling van spieren of zenuwen: faradisme: inductie-elektriciteit, en farad: eenheid van elektrische capaciteit (lading van 1 coulomb per 1 volt).

De Engelse natuur- en scheikundige Michael Faraday (1791-1867), de ‘grootste experimentator aller tijden' genoemd, werd als zoon van een arme smid aan de rand van Londen geboren. Een degelijke opleiding zat er voor hem niet in. Toen hij op zijn dertiende jaar een baantje kreeg bij een boekbinder, bestond zijn geestelijke bagage uit ‘weinig meer dan een beetje lezen, schrijven en rekenen’ (Boorstin). Een artikel over elektriciteit in het deel van de Encyclopadia Britannica (derde druk, 1797) dat hij juist aan het inbinden was, werd het begin van zijn wetenschappelijke loopbaan. In het artikel werd gesuggereerd dat elektriciteit een soort trilling was, verwant aan licht en warmte. Dit boeide hem enorm. In de periode i8io-’u volgde hij aan de Royal Institution de voordrachten van de scheikundige Sir Humphrey Davy (1778-1829), de ontdekker van het lachgas en de bedwelmende werking daarvan. Samen met een brief aan Davy waarin hij om een plaats als assistent vroeg, stuurde hij zijn keurig ingebonden aantekeningen van diens colleges. Davy was daarover zeer tevreden en nam hem als amanuensis in dienst. Faraday verdiende een guinea per week en kreeg de beschikking over twee kamers. Nog veel belangrijker was het feit dat hij toestemming kreeg gebruik te maken van de apparatuur in het laboratorium. Twee jaar later werd hij assistent aan het Royal Institution: zijn wetenschappelijke carrière was begonnen. De eerste jaren deed hij voornamelijk chemisch werk. In 1824 werd zijn prestatie chloor vloeibaar te maken beloond met het lidmaatschap van de Royal Society.

Faraday’s onderzoekingen op het gebied van het elektromagnetisme, waarmee hij in 1831 begon, waren baanbrekend, zo niet revolutionair. Toen hij ervan overtuigd was dat statische elektriciteit in wezen niet verschilt van alle andere soorten elektriciteit, concludeerde hij dat elektrische krachten de moleculen bijeenhouden. Magnetisme, elektriciteit en chemische affiniteit zijn allemaal verschillende manifestaties van dezelfde kracht (Van Maanen). Hij ontdekte de ‘krachtlijnen’ rond een magneet (de bekende proef met ijzervijlsel); de energie van de magneet ligt niet in de magneet zelf maar in het magnetisch veld. De veldentheorie, een van de grondslagen van de moderne fysica, was geboren. Ook de elektrolyse, de ontleding van chemische verbindingen in hun bestanddelen door middel van elektriciteit, heeft veel aan Faraday te danken. Hij legde het verband tussen de hoeveelheid stroom en de hoeveelheid door middel van elektrolyse geproduceerde stof vast in de naar hem genoemde wet van Faraday: ‘de hoeveelheid stof die per seconde aan de polen vrijkomt, is evenredig aan de stroomsterkte.’ Zijn vindingen, de elektromotor en de elektrodynamo, hadden zuiver wetenschappelijke bedoelingen. In de eeuw die nog in het teken van de stoom stond, leefde kennelijk nog niet de behoefte aan een andere krachtbron.

Het is niet vreemd dat in Einsteins studeerkamer het portret van Faraday aan de muur hing. Hij was immers de ‘pionier en de profeet van de indrukwekkende herzieningen die het werk van Einstein mogelijk maakten’ (Boorstin).

Faraday’s naam leeft verder voort in de kooi van Faraday. Dit is een door een samenhangende geleider geheel omsloten ruimte, waar geen uitwendig elektrisch veld kan binnendringen. Blikseminslagen van een zeer hoog voltage werken er niet op in aangezien de stroom langs deze ‘kooi’ wegloopt; de automobielkooi is hier een voorbeeld van. De samenhang van licht en elektromagnetisme bewees hij in 1847 door aan te tonen dat het polarisatievlak draait als de lichtstraal zich voorplant in de richting van de magnetische krachtlijnen. Dit effect wordt naar hem het Faraday-effect genoemd.