Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

esculaapteken

betekenis & definitie

een slang die zich om een staf kronkelt, symbool van de artsenprofessie en van apothekers, tandartsen en dierenartsen. Elke groep gebruikt het in een andere kleur. Dit internationale symbool is genoemd naar Asklepios, de god der geneeskunde.

Asklepios (Lat.: Aesculapius) was in de Griekse mythologie de zoon van Apollo en de Thessalische prinses Koronis. Nadat hij door zijn moeder te vondeling was gelegd, werd het jongetje opgevoed door de wijze centaur Cheiron en door hem ingewijd in de kruid- en heelkunde. Toen Asklepios volwassen geworden was, schonk Apollo hem zijn kennis en genezende kracht. Niet alleen genas Asklepios zieken, ook kon hij doden het leven teruggeven. Dit was de machtige Zeus te veel en uit jaloezie doodde hij Asklepios met de door de Cyclopen gesmede bliksem. Op verzoek van Apollo schonk Zeus hem weer nieuw leven en maakte hij hem onsterfelijk.

De beeltenis van de goddelijke arts Asklepios is door vele antieke bronzen en marmeren beelden, terracotta’s, reliëfs en munten voor het nageslacht bewaard gebleven. Meestal wordt de godheid afgebeeld als een baardige man van middelbare leeftijd met een goedig gezicht en met slang en staf. De staf, van ouds het symbool van de plantengroei, vertegenwoordigde evenals de slang in het antieke geloof het onverwoestbare leven van de aarde (Schouten).

De priesterlijke artsen die van hem afstamden en hem vereerden, noemden zich de Asklepiaden. Hun kennis ging over van vader op zoon. Ze beoefenden de geneeskunst bij de grote heiligdommen, de Asklepieia, waarvan het ‘medisch centrum’ in Epidaurus wel het beroemdste geworden is.