Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

adamsappel

betekenis & definitie

(pomum adami): het vooruitstekende deel van het strottehoofd (cartilago thyreoidea) is genoemd naar Adam, de eerste mens. Volgens een rabbijnse overlevering was een deel van de appel (de adamsdeficiëntie) verboden vrucht) in Adams keel blijven steken. Hoogstwaarschijnlijk is het eponiem een letterlijke vertaling van het Hebreeuwse tappuah haadam. ‘Tappuah’ betekent ‘de geurende’ en staat voor de vrucht. Overigens wordt in de bijbel nergens vermeld dat de verboden vrucht een appel was: en zij nam van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij ad (Genesis, 3:6). Pas veel later, in de middeleeuwen, werd de vrucht een appel. Levin suggereerde dat de verboden vrucht een scharlakenrode granaatappel was. Door zijn hoge gehalte aan oestrogenen zou deze vrucht de geslachtsdrift opwekken.