Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Gepubliceerd op 11-01-2021

Wervel

betekenis & definitie

vertebrum, één der 33 beenstukken van de wervelkolom, verschillend in halsborst- en lendengedeelte en onderling vergroeid in heiligbeen en staartbeen. Het massieve deel van iedere wervel (behalve de lste halswervel: de atlas) heet het wervellichaam; het deel, dat de gewrichtsvlakjes (voor elkaar en in het borstgedeelte ook voor de ribben) en de doornuitsteeksels draagt, heet de wervelboog.

—kanaal, canalis spinalis, c. vertebralis, het door de gezamenlijke wervelbogen gevormde, s.-vormig gebogen kanaal, waar het ruggemerg (omhuld door zijn vliezen) in ligt.
—kolom, columna spinalis, c. vertebralis, ruggegraat, wordt gevormd door de met elkaar door de tussenwervelgewrichtjes en de kraakbenige tussenwervelschijven verbonden 7 halswervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels, 5 (vergroeide) heiligbeenwervels en 4 (eveneens vergroeide) staartbeenwerveltjes.
—letsels, ontstaan hoofdzakelijk bij zware ongevallen, een enkele maal door overmatig zware spierwerking (zoals bij tetanus en bij toevallen voorkomen). Bijzonder gevaarlijk zijn w. letsels, waarbij het ruggemerg beschadigd wordt; in het bovenste halsgebied zijn deze zelfs meestal dodelijk (gebroken nek meestal een wervelluxatie, waarbij de tand van de draaier in het ruggemerg is gedrongen.
—tuberculose, een tuberculeuze osteomyelitis van een of meer wervellichamen; vaak worden deze samengedrukt en wanneer dan genezing (met of zonder vorming van een verzakkingsabsces) optreedt, ontstaat een angulaire gibbus (hoekige bochel of malum Potti).