dit woord wordt in de geneeskunde meestal niet in de zedelijke betekenis van goed/kwaad (edel of onedel) gebruikt. In het algemeen betekent karakter niet anders dan: de aard van het totale gedrag.
Dit kan zijn het gedrag van een mens (de beoordeling dus van het persoonlijke gedrag) of van een ziekte, bijv. of deze chronisch dan wel acuut is, resp. (wat de prognose betreft) kwaadaardig of goedaardig. Eén enkele eigenschap stempelt alleen dan het karakter, wanneer die eigenschap in alle gedragingen te vinden is (bijv. een hysterisch of een paranoied karakter); zie ook biotypes.