anaemia, is geen tekort aan bloed, maar een tekort aan bloedkleurstof (zie aldaar; bij een hypochrome anaemia is het bloedkleurstof-tekort relatief groter dan de vermindering van het aantal rode bloedlichaampjes bij een hyperchrome bloedarmoede juist andersom (dan bevat ieder bloedlichaampje dus méér pigment dan normaal, maar alle tezamen toch minder dan normaal). De oorzaak van bloedarmoede kan velerlei zijn: grote of voortdurende bloedingen, voedingsstoornissen, aandoeningen van het rode beenmerg en te korte levensduur der rode bloedlichaampjes zijn de voornaamste oorzaken van de z.g. primaire vormen van bloedarmoede.
Als gevolg van andere ernstige (infectie-) ziekten kan een secundaire anaemie ontstaan. In beide gevallen worden de weefsels in het lichaam slecht van zuurstof voorzien en slecht van hun stofwisselingsproducten ontdaan, waardoor allerlei stoornissen optreden. Dientengevolge zijn patiënten vermoeid en wordt de genezing van iedere bestaande ziekte vertraagd.