zoo
(zelfstandig naamwoord) [alg.] dierentuin, dierenpark, diergaarde - De Antwerpse dierentuin heet de Zoo, uitgesproken met een o als in 'zo'. Dat komt van zoölogie.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] dierentuin, dierenpark, diergaarde - De Antwerpse dierentuin heet de Zoo, uitgesproken met een o als in 'zo'. Dat komt van zoölogie.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
zoo - Zelfstandignaamwoord 1. een verzameling levende, oorspronkelijk wilde dieren die in een vaak parkachtige omgeving in gevangenschap worden gehouden om het publiek de gelegenheid te geven ze te kunnen bekijken zoo - Bijwoord 1. verouderde spelling of vorm van zo van vóór 1946/47 ♢ Waarom lo...
Peter Bakema (2003)
(de) dierentuin: de zoo van Antwerpen De zoo van Caïro viert de 260ste verjaardag van een reuzenschildpad uit de Galapagoseilanden. - HN, 27-08-2002.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: