Wat is de betekenis van wittebrood?

o. (...broden), brood van fijn gebuild tarwemeel, waar dus alle zemelen uit zijn; — (Zuidn.) zijn wittebrood vóór (eerst) eten, eerst voorspoed kennen, daarna tegenspoed; die zijn wittebrood voor eet, moet zijn roggebrood na eten.

wit brood. brood dat vanbinnen wit is en bereid is uit fijngezeefd meel (bloem); wit brood; witbrood. Voorbeelden: Bijna elk bruin brood heeft mout als toevoeging. Op die manier wordt het brood donkerder bruin gemaakt en denkt de klant, dat het gezonder is. Alleen bij wittebrood wordt geen mout gebruikt, want dat moet immers zo licht...

wittebrood - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) brood gebakken van wit meel waaraan alle vezelstoffen onttrokken zijn ♢ Eet toch niet zo veel wittebrood! Woordherkomst samenstelling van wit en brood met het invoegsel -e-

wittebrood - zelfstandig naamwoord uitspraak: wit-te-brood 1. brood gemaakt van tarwe zonder zemelen ♢ wittebrood is minder gezond dan bruinbrood 1. Zweeds wittebrood [dat in de hongerwinter vanuit...

s.n., (wite) bôlle, fine bôlle; soort grof —, polderbôlle; — met geribde korst, ribbeltsje-, ribkebôlle; — met kronkelend strookje erop, sling-, stringelbôlle; — in elke vorm, bôlleguod (it), -spul (it); met — venten, bol-, stútjeije,...

zie onder brood.

o. wittebroden (een fijn tarwebrood): Z.-N. zijn wittebrood vóór eten, eerst voorspoed, dan tegenspoed hebben.

→ Brood.

('wittə) o.(...broden) wit tarwebrood : halen.