Hij heeft zijn wittebrood eerst gegeten

Hij heeft zijn gelukkige dagen eerst gehad

De wittebroodsweken

De eerste weken van het huwelijk. Wittebrood werd uitsluitend bij feestelijke gelegenheden gegeten, in tegenstelling tot zwart brood, d.i. roggebrood

Dat is een wittebroodskind

Dat is een verwend kind

De wittebroodsdagen zijn voorbij

Nu hebt gij het zo gemakkelijk niet meer

Die zijn wittebrood vóór eet, moet zijn roggebrood na eten

Wie al jong te veel geld uitgeeft, moet dat later bezuren

Die zijn wittebrood vóór eet, moet zijn roggebrood na eten

Overvloed en verkwisting worden vaak gevolgd door gebrek

Die zijn wittebrood voor eet, moet zijn roggebrood na eten

Overvloed en verkwisting worden vaak gevolgd door gebrek

In de wittebroodsweken zijn

‘Wittebrood' is een fijner, smakelijker soort brood dan tarwe- en roggebrood. De uitdrukking wordt gebezigd t.a.v. de eerste weken na het sluiten van een huwelijk. Alles ziet er nog even rooskleurig u...
Lees meer

Zij zijn nog in de wittebroodsweken

Zij zijn pas enkele weken getrouwd