Wat is de betekenis van Wapper?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Wapper

m. (-s), 1. wip (van een ophaalbrug enz.), bascule ; 2. (Zuidn.) langwerpige of trosvormige vrucht; 3. (Zuidn.) lange wapper, lang mens.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

wapper

wapper - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wapperen ♢ Ik wapper 2. gebiedende wijs van wapperen wapper! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wapperen wapper je?

2025-07-17
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Wapper

Wapper - populaire term voor een inzinking, terugslag. Op weg naar Gap zat ik er helemaal door. Tien kilometer voor de finish kreeg ik een wapper. Van de honger. - Sport International aug. 1989 ​

2025-07-17
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

wapper

- lange wapper, slungel, lange man.

2025-07-17
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Wapper

een - krijgen wielerslang voor ‘een inzinking krijgen’ (meestal ten gevolge van te weinig voedsel.). Syn. de man met de hamer tegenkomen; door het ijs zakken. Op weg naar Gap zat ik er helemaal door. Tien kilometer voor de finish kreeg ik een wapper. Van de honger. Ik zakte door het peloton heen. Al m’n eten naar binnen gewerkt. (Sport Internation...

2025-07-17
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

wapper

Lange wapper, ter aand. van een zeer grote, opgeschoten kerel: slungel, (thans w.g.) slamier.

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

wapper

gewapper, fladder in die wind.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

wapper

m. wappers (wip [ener ophaalbrug]; Z.-N. lang mens, en gew. kegelvormige vrucht van maïs, dennen).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

wapper

('wappər) m. (-s) wip van een ophaalbrug.