Wat is de betekenis van vunzig?

2025-07-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vunzig

bn. (-er, -st), 1. duf, vochtig, muf; 2. slodderig en vies; 3. (fig.) zedelijk muf, verdorven; daarvan blijk gevend : een vuns lachje.

2025-07-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vunzig

vunzig - Bijvoeglijk naamwoord 1. onaangenaam doordat het zich van de goede smaakt niets aantrekt, vaak betrekking hebbend op seks De dikke, rijke man maakte allerlei vunzige opmerkingen tegen de jonge vrouw. Woordherkomst afleiding met het achtervoegsel -ig Synoniemen sm...

2025-07-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vunzig

adj. & adv., moassich, muf, muff(er)ich.

2025-07-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vunzig

bn.; vuns (1).

2025-07-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vunzig

('vunzɘch) bn. en bw. (-er, -st) →vuns.

2025-07-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vunzig

bn. (-er, -st), 1. duf, vochtig, muf; 2. slodderig en vies; 3. (fig.) goor, verdorven.

2025-07-18
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-18
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)