Wat is de betekenis van vliegend?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vliegend

bn., 1. zich door vleugels voortbewegend: het vliegende paard, Pegasus; vliegend hert, grootste inlandse keversoort (Lucanus cervus), zonder de reusachtige vooruitstekende kaken 5 cm lang; — vliegende hond, kalong; — vliegende vissen, familie van weekvinnige vissen die onder de keerkringen voorkomen en...

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vliegend

vliegend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanvliegen

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vliegend

vliegend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: vlie-gend 1. met het vermogen om te vliegen ♢ dit is het verhaal over Pegasus, het vliegende paard 2. wie zich snel kunnen verplaatsen ♢ de vliegende...

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vliegend

bn., bw. (onvolt. deelw.): met vliegende vaandels, wapperend; een vliegend legertje, dat zich nl. snel verplaatst; vliegende blaadjes, vlugschriften; vliegende vissen (in de keerkringszeeën), die boven het water op hun brede borstvinnen zich enige tijd kunnen zwevende houden, Lat. exocoetus; de vliegende tering, met snel verloop; een vliegende...

2025-07-29
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Vliegend

Snel te verplaatsen. Vliegende winkel: een winkel, welke voor korten tijd in een pand gevestigd wordt. Vliegende brug, een draagbare brug. Vliegend blad; vlugblad.Vliegende steiger: hangende steiger. Vliegend vuur: springvuur, roodheid van de huid, welke zich snel verplaatst.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vliegend

bn. 1. wie, wat vliegt. ➝ paard. 2. in de wind fladderend: -e haren. 3. wapperend: met -e vaandels. 4. hangend: een -e steiger. 5. zich snel verplaatsend: een leger. ➝ blad, Hollander, winkel. 6. snel: in -e draf. 7. met snel verloop: de -e tering. 8. met grote haast: iets schrijven.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vliegend

bn., 1. zich op vleugels voortbewegend, gevleugeld: vliegend wild; 2. mechanisch als op vleugels voortbewegend: vliegende forten, zeer grote oorlogsvliegtuigen; vliegende bommen, raketbommen voor grote afstanden; zich per vliegtuig verplaatsend: een vliegende reporter; 3. zich snel voortbewegend, zeer snel: in vliegende draf; een vliegende storm,...

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VLIEGEND

VLIEGEND - bn. wat vliegt, in de wind fladdert, zich snel voortbeweegt: vliegende (losse) haren; — vliegende steiger, hangende steiger; — vliegende (ontrolde) vaandels; — een vliegend leger, vliegende kolonnes, niet altijd op dezelfde plaats, mobiel; —vliegende blaadjes, vlugschriften; — eene vliegende (draagbare) b...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Vliegend

b.n. 1. Wordt gezegd van de zeilen, waarvan de schoten niet zijn aangehaald. 2. Is somtijds gelijkluidend met “geweldig.” Een vliegende storm (een geweldige storm).