Overvloed
m., 1. (veroud.) watervloed; 2. grotere hoeveelheid dan nodig is of vereist wordt: genoeg is meer dan overvloed; in overvloed; — ten overvloede, a) met betr. tot iets dat men doet, ofschoon het eigenlijk overbodig is : zulks bewijst ten overvloede dat; b) daarenboven ; 3. rijke voorraad of hoeveelheid: een overvloed...