Wat is de betekenis van Overkijken?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overkijken

I. (keek over, heeft overgekeken), 1. over iets heen kijken: de buren kunnen niet overkijken, de muur is te hoog; 2. nog eens bekijken, nazien: hij keek de lijst over en zag dat er verscheidene namen vergeten waren; II. (overkeek, heeft overkeken), overzien, zo ver de uitgestrektheid reikt de blikken laten gaan: van deze...

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overkijken

v., oersjen.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overkijken

1 keek over, h. o'vergekeken (nog eens nazien [vluchtig]): ik heb vanmorgen de les nog eens overgekeken; 2 overkeek', h. overke'ken (de blikken laten gaan, voor zover de uitgestrektheid reikt; overzien).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

overkijken

I. ('o:vər) (keek over, heeft overgekeken) 1. eroverheen kijken : de muur is te hoog, de buren kunnen niet -. 2. nog eens vluchtig bekijken, nazien : een lijst van namen -. II. ('kiງkən) (overkeek, heeft overkeken) 1. er het oog over laten gaan, overzien: van de toren kan men het hele land -. 2. aandachtig overzien : als men dat rapp...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Overkijken

Overkijken (overkeek, heeft over keken), overzien, zoover de uitgestrektheid reikt de blikken laten gaan; van deze hoogte kan men de gansche vlakte overkijken; —, (keek over, heeft overgekeken), nog eens bekijken, nog eens nazien: hebt ge alles goed overgekeken, zoodat er geene fouten meer in zijn?; — over iets heen kijken: de buren ku...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)