Luisteren
(luisterde, heeft geluisterd), 1. (met aandacht) horen om iets te vernemen, ingesteld zijn om te horen: luister eens, hoor je dat geluid ook ?; luister goed naar hetgeen ik u zeggen zal; hij heeft niet geluisterd naar de preek; — het oor te luisteren leggen, horen naar wat er gezegd wordt; 2. ter sluiks trachten te horen: aan de deur luister...