lantaarn
(19e eeuw) (scheldw.) domme vrouw. • Lantaarn: (Lanteern): 1 Groot, dom vrouwspersoon, Tuerlinckx 358. 2 groot dom vrouwspersoon, Tuerlinckx Bijv 132. Zie Lanteren: groot, dom vrouwmensch Corn II 109. Metafoor met woordspeling op het spreekwoord: een grote lantaren en een klein licht: een groot hoofd en niet veel verstand Cf Van Dale 1084 en W...