Besterven
(bestierf, is bestorven), I. onoverg., 1. doodsbleek worden: hij bestierf bij deze verpletterende tijding; met bleek bestorven lippen, zeer bleke lippen; 2. sterven, te niet gaan (oneig.): het woord bestierf op zijn lippen, hij vermocht het niet te uiten; 3. van vlees: zijn allereerste versheid verliezen: geslacht vee moe...