(Sanskriet) Lichtjesfeest, voor zeer veel hindoes overal ter wereld het nieuwjaarsfeest, gevierd in oktober-november. De naam is afgeleid van het woord divapali (rij van lichtjes). Met Divali vieren hindoes de overheersing van het Goede over het Kwade, van het Licht over de Duisternis.
Het feest ontleent zijn naam aan het gebruik om na zonsondergang in en rondom het huis olielampjes te plaatsen. Op die lampjes staat vaak de afbeelding van de godin van de voorspoed en het huiselijk geluk, Lakshmi. Overdag wordt het huis schoongemaakt en opgeluisterd, men steekt zich in de nieuwe kleren en gaat bij elkaar op bezoek, waarbij geschenken uitgewisseld worden en allerlei rituele zoetigheden worden geserveerd.
Tijdens Divali onthoudt men zich van het eten van vlees en het drinken van alcohol. Divali is in India vooral een feest voor zakenmensen. Ze sluiten op deze dag het zakelijk jaar af, knappen hun winkel of zaak op, en maken de balans op. Hindoes geloven dat Laksmi deze dagen de mensen goed gunstig is gezind, zodat er dan ook flink gegokt mag worden. Het feest duurt vijf dagen en gaat gepaard met vuurwerk, zang en dans. Nederlandse hindoestanen vieren het in grote steden als Den Haag en Amsterdam met fakkel optochten en tal van culturele feesten. Divali wordt ook wel Lakshmi-puja genoemd.