Gepubliceerd op 30-04-2019

WITTENBERG, JAN HENDRIK WILLEM

betekenis & definitie

WITTENBERG, JAN HENDRIK WILLEM - Geb. 30 Jan. 1886 te Den Haag. Opl. Avondcursus Haagsche Aca¬demie onder leiding van Frits Jansen en A. v. d. Berg, verder raadgevingen van W. van Konijnenburg.

On¬derwerpen Babyportret, Dieruitbeeldingen, Stilleven en Landschap. Is lid van de Vereeniging „De Brug", „Arti", „Pictura", Amersfoorts Kunstenaarsgilde, Haagsche Kunstkring en van de Vereeniging tot Be¬vordering der Grafische Kunst. Hij exposeerde o.a. op „Onze Kunst van Heden" te Amsterdam in 1939, „Grafiek van Heden", Museum Boymans in 1942, Grafische tentoonstelling te Chicago, 1929, 1930, 1931, 1934 en 1935. Voorts te Budapest, Venetië en Praag.

Zijn werk is vertegenwoordigd in het Gemeente Mu¬seum te Den Haag, Rijks-Prentenkabinet te Amster¬dam, voorts in musea te Boston en Philadelphia en kenmerkt zich door een minutieuze wijze van schil¬deren (teekenen). Hij houdt van het jeugdige, onge¬repte en in overeenstemming hiermee van het klein formaat. Woont te Bennekom.

< >