Gepubliceerd op 30-04-2019

SMEERDIJK, ANTON

betekenis & definitie

SMEERDIJK, ANTON - Geb. 3 Augustus 1885 te 's-Graveland. Opl. R. L. Schaap zag zijn teekenwerk als 12-jarigen jongen en ried zijn vader aan hem schilder te laten worden.

Op 14-jarigen leeftijd krijgt hij les van Herbert v. d. Poll, op 16-jarigen leeftijd naar de Rijks-Academie onder de prof's van der Waay, Allebé; vestigde zich daarna te Kortenhoef. In 1913 reist hij naar Frankrijk. Na die reis kreeg zijn werk, hetwelk eerst in een donkeren toon was gehouden, een lichtere kleuropvatting; thans luminist. In de „Nwe Rott. Crt." van 27 Juli 1924 wordt zijn schilderij „Sloot te Kortenhoef" zeer gunstig be¬oordeeld. Diverse kritieken noemen hem een der beste Kortenhoefsche landschapschilders van den laatsten tijd.

Onderwerpen Landschap, Bloemen en Portret. Hij is lid van „Arti" en „St. Lucas" en neemt aan vereenigings-exposities deel. Exposeerde op de vierjaarlijksche te Amsterdam, 1912; Barcelona, 1917; Berlijn, 1918; hield eigen exposities.

Werk in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Litt. „In het atelier van den schilder", Henri van Calker. Woont te Kortenhoef.

< >