RITSEMA, COBA - Geb. 26 Juni 1876 te Haarlem. Opl. Kunstnijverheidsschool te Haarlem van 1891— 1893 o.l.v. Frits Grabijn.
Van 1893—1897 volgde zij de lessen aan de Rijks-Academie voor B. K. te Am¬sterdam onder Allebé, Dake en van der Waay. Werkte vervolgens onder leiding van haar broer, den Landschapschilders J. Ritsema, kreeg waardevolle raadgevingen van Breitner, Bauer en Thérèse Schwarze. Zij werkte te Haarlem en Amsterdam. Zij is lid van „Arti", „Pulchri", „St. Lucas" en „Pictura". Haar werk is vertegenwoordigd in het Stedelijk Mu¬seum te Amsterdam.
Teyler's Stichting, Haarlem, Gemeente Museum te Den Haag, te Dordrecht, Mu¬seum Boymans te Rotterdam, van Abbe Museum te Eindhoven. Zij exposeerde te Venetië, Parijs, Berlijn, Brussel en op de tentoonstelling van het Carnegie Instituut te Pittsburgh. Voorts de vereenigings-exposities. Voornamelijk Stilleven, Bloemstuk, Portret. On¬derscheidingen Bronzen medaille, Brussel 1910; zil¬veren medaille, stad Amsterdam 1912; gouden medaille, „Arti" 1917; zilveren medaille, stad Am¬sterdam. 1923.
Zij reisde veel naar Parijs, Londen en Brussel. Alb. Plasschaert „Coba Ritsema is een der meest schilderlijke talenten van de vrouwen, die tegenwoordig schilderen. In het Stilleven, in het Bloemstuk, in het Portret vertoont zij een volle kleur bij een groot zien van de vormen. Er is een diepte in haar Stillevens, die ze als een schilderes van werke¬lijk kenmerkt". Alb. Plasschaert „Hollandsche Schilderkust". „Persoonlijkheden in het Koninkrijk der Nederlanden in Woord en Beeld".