Gepubliceerd op 30-04-2019

RICHTERS, B

betekenis & definitie

RICHTERS, B - Geb. 27 Maart 1888 te Rotterdam. Leer¬ling van de Rotterdamsche Academie (van Miedema, van der Tuuk, van Maasdijk).

Hij werkte te Rotter¬dam, Den Haag, Amsterdam. Exp. op de Tentoon¬stelling „Kunst van Heden", Rijksmuseum, 1939 Kopje, Masker, Ramskop, Zittend Beeldje in marmer en brons; voorts te Düsseldorf, Stuttgart, München, Weenen, Parijs. Maakt houtsneden. Litteratuur Plasschaert „Hollandsche Schilderkunst". Lid van den Nederl. Kring van Beeldhouwers.

< >