Gepubliceerd op 30-04-2019

LAVIEREN, RIJK VAN

betekenis & definitie

LAVIEREN, RIJK VAN - Geb. 26 Maart 1889 te Tiel. Opleiding tot decoratief ontwerper en uitvoerder.

Practisch werkzaam, maakte tooneeldecoraties, affiches, borduur-, sier- en nijverheidskunst. Volgde de lessen op de Academie v. B. K. te Rotterdam onder Heijberg, Nachtweh, Oldewelt, van Maasdijk, Luns. Behaalde in 1915 de zilveren medaille aan de Academie voor teekenen naar naakt model. In 1914 benoemd tot leeraar aan de Ambachtssöhool te Delft. Nam deel aan exposities te Delft, Tiel, Leiden, Den Haag, Amsterdam (tentoonstelling Levende Meesters, 1932). Onderwerpen Landschap, Stadsgezicht, Naakt, Portret, Bloemen.

Verder liefde voor groot, decoratief werk, muurschilderingen, glas in lood. Schilder en graficus. Groote verscheidenheid in onderwerp en techniek. Maakte houtsneden.

Illustraties, meestal in streng op geometrie gebaseerden stijl. Hij is lid van den Haagschen Kunstkring. Woont te Delft.

< >