Gepubliceerd op 30-04-2019

JANS, JAN

betekenis & definitie

JANS, JAN - Geb. 1 October 1893 te Almelo, bezocht de Avondteekenschool en de Technische school te Zwolle. Hij kreeg les in kunstgeschiedenis en orna¬ment van J. Godeiroy.

Verder zelfstudie als teekenaar en architect. Landelijke bouwkunst en landschap zijn z'n onderwerpen uitsluitend in potlood en kleur¬potlood op zwart papier en gekleurde Oost-Indische inkt-teekeningen op linnen. Hij is lid van den Twentschen Kunstkring. Hij exposeerde o.a. op de internationale Heemschuttentoonstelling. Het Rijks¬museum te Enschede bezit 350 teekeningen van hem die permanent geëxposeerd worden. Woont te Almelo.

< >