Gepubliceerd op 30-04-2019

HENDRIKS, AREND

betekenis & definitie

HENDRIKS, AREND - Geb. 31 October 1901 te Amster¬dam. Behaalde akte teekenen L.O. in 1919; de akte M.O. in 1922.

Is sinds 1933 leeraar aan de Haagsche Academie. Exposeerde vanaf 1922 tot op heden ge¬regeld op vele tentoonstellingen zoowel in binnenals buitenland. Speciaal grafiek (sinds 1930). Is lid van „Pulchri Studio" te Den Haag en van de Vereen, tot Bevordering der Grafische Kunst (Secretaris dezer vereen.). Onderwerp Landschap, Stilleven, Portret, Figuur (volksleven). Werk Rijks-Prentenkabinet; Ge¬meente Museum te Den Haag; Museum Boymans, Rotterdam; Kröller-Müller-stichting; Museum te Buda¬pest, Praag en Bratislava.

Hij beschouwt „minutieuse" natuurstudie als eenige voorwaarde om tot gewenschte vormgeving te komen. Litt. Elzeviers Maandschrift, Maandblad van Beeldende Kunst, l’Art Contemporain. Woont te Wassenaar.

< >