Gepubliceerd op 30-04-2019

GRATAMA, GERRIT DAVID

betekenis & definitie

GRATAMA, GERRIT DAVID - Geb. 22 Maart 1874 te Groningen. Opl. Haagsche Academie (1892—1895), Antwerpsche Academie (1895-1897).) Is lid van „Pulchri Studio" waar hij exposeerde, benevens tentoon¬stellingen te Antwerpen, Barcelona, St.

Louis, Mün¬chen, Danzig, en lid van „Kunst zij ons Doel" te Haarlem, op wier tentoonstellingen hij eveneens uit¬kwam. Is thans Directeur van het Frans Hals Mu¬seum te Haarlem. Kritieken in talrijke bladen en tijd¬schriften o.a. „Onze Kunst", 1916, bl. 199. „De Hollandsche Revue" van 25 Augustus 1914. „Op de Hoogte" van Augustus 1925. Onderwerp Portret en Stilleven.

Werk in Teyler's Museum, Frans Hals Mu¬seum, Academie te Antwerpen (studie van een man). Litt. Thieme Becker, Deel XIV, bldz. 543. Woont te Haarlem.

< >